Geplaatst op 12 februari 2025
Werkgevers: ook bij een wettelijk recht op vrijstelling moet je scherp blijven!
Wettelijk recht op vrijstelling toch moeten werkgevers scherp blijven. Krijg je wel waarop je recht hebt? Goed om in kaart te brengen hoe het ook alweer zit met verplicht gestelde pensioenfondsen en vrijstellingen.
Verplicht gestelde pensioenfondsen
Nederland kent momenteel nog altijd zo’n 50 verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfondsen. Dit betekent dat als je als werkgever activiteiten verricht die onder de werkingssfeer van zo’n pensioenfonds vallen, jij en al je werknemers moeten aansluiten bij het pensioenfonds. Dit is geregeld in de Wet Bpf 2000. In het Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf 2000 is echter een aantal mogelijkheden tot vrijstelling opgenomen. Dan val je als werkgever wél onder de werkingssfeer, maar hoef je niet aan te sluiten bij het pensioenfonds. Sterker nog, het pensioenfonds moet dan vrijstelling verlenen. Een recente uitspraak van het Collegae van Beroep voor het bedrijfsleven[1] laat zien, dat je ondanks dat wettelijke recht op vrijstelling scherp moet blijven, omdat pensioenfondsen het wettelijk recht proberen te beperken. Wat was er aan de hand?
Recht op vrijstelling
Door gewijzigde activiteiten valt de betrokken werkgever onder Bpf Vervoer. Echter, de werkgever had ruim (meer dan zes maanden) vóór dat moment een eigen pensioenregeling afgesloten. Dat is één van de vrijstellingsgronden uit het Vrijstellings- en boetebesluit. De werkgever verzoekt dan ook om deze vrijstelling. Bpf Vervoer verstrekt de vrijstelling, maar alleen voor de werknemers die ook al langer dan zes maanden in dienst zijn van de werkgever en deelnemen aan de betreffende pensioenregeling van de werkgever. In die voorwaarde kan de werkgever zich niet vinden.
Een periodieke controle bedrijfsactiviteiten
Onnodige discussie met een bedrijfstakpensioenfonds kan worden voorkomen, wanneer de openbare informatie overeenkomt met de daadwerkelijke activiteiten.
Werkgever, check de openbare informatieOordeel Rechtbank
De rechtbank heeft de werkgever gelijk gegeven en heeft daarbij de geschiedenis van de totstandkoming van deze vrijstellingsoptie betrokken. Dit omdat de rechtbank van mening is dat de letterlijke tekst van de vrijstelling (artikel 2 Vrijstellings- en boetebesluit) ruimte biedt voor uiteenlopende uitleg. Uit de geschiedenis blijkt dat aan de werkgever de vrijstelling wordt verleend en niet aan de werknemers die op dat moment al langer dan zes maanden in dienst zijn. Ook uit de overige bepalingen blijkt niet dat beoogd is de vrijstelling alleen van toepassing te maken voor de reeds in dienst zijnde werknemers. Het College volgt de rechtbank in haar overwegingen en bevestigt de uitspraak van de Rechtbank. Bpf Vervoer mag de beperkende voorwaarde dus niet aan de vrijstelling verlenen. Deze geldt voor alle werknemers van de werkgever. De werkgever hoeft dan ook niemand aan te melden bij het pensioenfonds.
Tot slot
Werkgevers: ook bij een wettelijk recht op vrijstelling moet je scherp blijven! Word je aangeschreven door een pensioenfonds of twijfel je door gewijzigde omstandigheden of je onder een verplicht gesteld pensioenfonds valt of juist in aanmerking komt voor een vrijstelling; Gommer Advocaten is je graag van dienst. Wij kunnen een werkingssfeeronderzoek voor je uitvoeren, zodat je precies weet wat je rechten en plichten zijn.
