Vragen of afspraak maken?

Stuur ons een bericht op Whatsapp

Nieuwsbrief

Geplaatst op 25 mei 2020

Wat kan de notaris wel of niet verweten worden?

Kan een notaris aangesproken worden voor het niet uitsluiten van het recht op bijzonder partnerpensioen?

Gerechtshof Amsterdam[1] heeft zich uitgelaten over de vraag of een notaris kan worden aangesproken als in de huwelijkse voorwaarden geen specifieke bepaling opgenomen is over het recht op bijzonder partnerpensioen. Eerst een korte toelichting. Bij een scheiding wordt het ouderdomspensioen op grond van de Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding verdeeld en komt het opgebouwde partnerpensioen toe aan de ex-partner op grond van de Pensioenwet. Van beide wettelijke regelingen kan bij huwelijkse voorwaarden afgeweken worden.

In de onderhavige kwestie stelt de man dat het zijn wens was bij het opmaken van de huwelijkse voorwaarden dat pensioen, zowel ouderdomspensioen als partnerpensioen, niet verdeeld wordt bij scheiding. De notaris neemt echter alleen een bepaling op dat het pensioen niet verevend zal worden. Dat ziet op het ouderdomspensioen. Voor het partnerpensioen is derhalve geen afwijkende afspraak gemaakt, zo stelt het ABP en die kent het partnerpensioen toe aan de ex-partner. De deelnemer ontdekt dit als hij wil nagaan wat de rechten van zijn nieuwe partner zijn en spreekt dan de notaris aan. De notaris is van mening dat de man te laat geklaagd heeft. Het Gerechtshof volgt de man daarin niet en komt aan een inhoudelijke beoordeling toe. Partijen verschillen van mening wat bij het opstellen van de huwelijkse voorwaarden besproken is. De man is van mening dat hij expliciet heeft aangegeven dat zijn partner geen aanspraak op ouderdomspensioen én partnerpensioen zou kunnen maken, danwel dat de notaris dit had moeten begrijpen, toen de man aangaf het pensioen niet te willen verdelen. Volgens de notaris is het partnerpensioen niet expliciet besproken. Dit blijkt ook niet uit het aantekeningen van de notaris van het gesprek destijds.

Het Hof is van mening dat zij niet kan vaststellen dat de man opdracht heeft gegeven aan de notaris om ook het partnerpensioen uit te sluiten. De notaris had dit ook niet hoeven te begrijpen. Nu het partnerpensioen pas tot uitkering komt na het overlijden van de man, is dit een geheel andere kwestie, dan het pensioen dat tijdens het leven van de man tot uitkering komt. Het is dan ook niet vanzelfsprekend dat als de man wil dat de vrouw op dat pensioen geen aanspraak kan maken, dit ook voor zijn partnerpensioen zou moeten gelden. De klacht van de man slaagt dus niet.

De vraag die hier nog wel gesteld kan en moet worden, is of de notaris de man niet op de mogelijkheid van het uitsluiten van het partnerpensioen had moeten wijzen, in het kader van de zorgplicht. Immers, het is al jaren bekend dat bij afwijkende afspraken inzake de verdeling van pensioen bij scheiding, zowel voor het ouderdomspensioen áls het partnerpensioen specifieke afspraken gemaakt moeten worden. Als in ieder geval de wens wordt uitgesproken om het ouderdomspensioen te verevenen, had (wellicht) ook nagegaan moeten worden of dit ook voor het partnerpensioen geldt. Dit verwijt maakte echter blijkbaar geen onderdeel uit van deze procedure.   

[1] Gerechtshof Amsterdam, 7 april 2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:1033

Contact

Neem contact met ons op

"*" geeft vereiste velden aan

*
*
*
*