Vragen of afspraak maken?

Stuur ons een bericht op Whatsapp

Nieuwsbrief

Geplaatst op 14 juli 2020

Kan een werknemer 10 dagen voor pensionering nog om ontbinding verzoeken?

Deze vraag moest rechtbank Overijssel recentelijk[1] beantwoorden. Wat was er hier aan de hand? De betreffende werknemer (geboren in 1953) was sinds 2 april 2000 in dienst bij de (rechtsvoorganger van) werkgever. Op de arbeidsovereenkomst was de cao voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg van toepassing. Op 21 februari 2017 heeft de werknemer zich arbeidsongeschikt gemeld in verband met rugklachten.

Dan volgt een re-integratietraject, wat niet slaagt. In dat kader krijgt de werkgever een loonsanctie opgelegd, als gevolg waarvan het loon tot 18 februari 2020 moet worden doorbetaald. Op 23 december 2019 verzoekt de werknemer het dienstverband te beëindigen onder toekenning van de transitievergoeding.

Op 24 februari 2020 bereikt de werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd. Laatstelijk heeft de werknemer verzocht om de arbeidsovereenkomst wegens ernstig verwijtbaar handelen of nalaten door de werkgever te ontbinden, met een billijke vergoeding en transitievergoeding. Dit omdat de werkgever haar re-integratieverplichtingen ernstig heeft verzuimd, door te verhinderen dat de werknemer zijn werkzaamheden met een aantal aanpassingen weer kon oppakken. Ontbinden per 17 februari 2020, zoals door de werknemer verzocht, is wettelijk niet mogelijk, nu het dienstverband reeds op 20 februari 2020 als gevolg van het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd is geëindigd.

Nu geen sprake is van een ontbinding kan de werknemer ook geen aanspraak maken op een transitie- of billijke vergoeding. De werknemer had echter ook om een schadevergoeding verzocht, nu vanaf februari 2019 sprake was van een slapend dienstverband en de werkgever niet mee wilde werken aan de ontbinding (met transitievergoeding) van dit dienstverband. De werkgever betaalde dan nog wel loon op grond van de loonsanctie, maar de werknemer verrichte hiervoor geen passende werkzaamheden meer. Door middel van de loonsanctie heeft de werkgever kunnen bewerkstelligen volgens de werknemer, dat de arbeidsovereenkomst eindigde zonder transitievergoeding.

Volgens de rechtbank was geen sprake van een slapend dienstverband, zoals aangenomen door de Hoge Raad in haar arrest d.d. 8 november 2019 (ECLI:NL:HR:2019:1734), nu de werknemer nog wel werkzaamheden verrichtte. Gezien de gehele gang van zaken, waren deze werkzaamheden ook passend. Ook het verzoek om een schadevergoeding wordt door de rechtbank dan ook afgewezen. Het plan van de werknemer om alsnog kort voor pensioendatum een transitie- en billijke dan wel schadevergoeding uit het dienstverband te slepen, mislukt dan ook. Dit neemt niet weg dat dit wellicht op een eerder moment wel tot de mogelijkheden had behoord.

Het blijft dan ook van belang om ook bij een oudere arbeidsongeschikte werknemer aan een re-integratie te blijven werken en de positie van zowel de werkgever als de werknemer in beeld te hebben en houden.

[1] Rechtbank Overijssel, 24 juni 2020, ECLI:NL:RBOVE:2020:2309

 

Heeft u vragen of wilt u meer weten over ontbinding arbeidsovereenkomst kort voor pensionering? Neem gerust contact met ons op. 

Afspraak online/telefonisch

*
*
*
*

Contact

Neem contact met ons op

"*" geeft vereiste velden aan

*
*
*
*