Geplaatst op 19 april 2021
Het partnerpensioen onder de Wet Toekomst Pensioenen
De verbondenheid van een werknemer aan het bedrijf, betekent ook een verbintenis met diens partner. Veel pensioenregelingen voorzien namelijk in een partnerpensioen.
Wanneer spreken we van een partner?
In het huidige pensioenstelsel is het partnerbegrip niet sluitend gedefinieerd. Het is namelijk mogelijk dat naast de echtgenoot of geregistreerd partner, ook anderen tot ‘partner’ gerekend kunnen worden. De specifieke voorwaarden moeten dan zijn opgenomen in de pensioenregeling. Dat laatste kan leiden tot de nodige verwarring, omdat elke pensioenregeling op dit punt kan verschillen.
In de Wet Toekomst Pensioenen wordt rekening gehouden met huidige trends: men trouwt minder vaak, maar kiest voor een samenlevingscontract of heeft ‘slechts’ een gezamenlijke huishouding. Met de vergrijzing komt het ook steeds vaker voor dat ouderen niet meer woonachtig zijn op één adres (opname in verzorgingshuis), waardoor strikt juridisch niet meer gesproken kan worden van een gezamenlijke huishouding met een duurzaam karakter.
Van een partner kan in het nieuwe pensioenstelsel gesproken worden, wanneer personen minimaal zes maanden hebben samengewoond op hetzelfde adres en een duurzame huishouding hebben gevoerd. Daarbij wordt hetgeen in de bovenstaande alinea in acht genomen. Wél beslissen sociale partners uiteindelijk of een pensioenregeling in de dekking van een partnerpensioen zal voorzien of niet.
Gevolgen op de werkvloer – goed werkgeverschap
Op zichzelf lijkt de overgang naar de Wet Toekomst Pensioenen niet bijzonder groot op het punt van partnerpensioen, maar niets is minder waar. De rechtspraak toont de ontwikkeling dat van een werkgever wordt verwacht dat deze zijn gehanteerde pensioenregeling kent, doorgrondt, en zorgdraagt voor een correcte toepassing in het dienstverband met zijn werknemers. Het zal een discussiepunt kunnen worden, in hoeverre de werkgever na zal moeten gaan (1) of zijn pensioenregeling een partnerpensioen kent en wat het begrip ‘partner’ daarin is en (2) of zijn werknemers mogelijk een partner hebben die onder dit begrip vallen. Doet de werkgever dit niet en is de pensioenuitvoerder (ook) niet ingelicht, dan is mogelijk een zorgplicht geschonden.
Van een goed werkgever zal ook verwacht mogen worden dat hij de financiële gevolgen van wijziging of beëindiging van een dienstverband uiteenzet ten behoeve van diens werknemer. In het verlengde daarvan ligt ook het partnerpensioen. Treft de wijziging van een pensioenregeling het partnerpensioen, dan werkt die zorgplicht door naar het partnerpensioen.
Bijkomende vraag is wel in hoeverre de werkgever vervolgens zich zal moeten vergewissen, hoe het privéleven van zijn werknemer is. Het valt niet zonder meer te verifiëren of de werknemer een partner heeft, in het geval zes maanden op hetzelfde adres wonen en een gezamenlijke huishouding voeren de criteria vormen. Op dat punt zal de HR-afdeling van iedere onderneming een praktische oplossing moeten verzinnen.
mr. J.T. Gommer MPLA CCFP & mr. M.K.A. van Slagmaat
26 mei organiseren we samen met HR kiosk een webinar over de Wet Toekomst Pensioenen. Geïnteresseerd? Klik hier voor meer informatie.