Vragen of afspraak maken?

Stuur ons een bericht op Whatsapp

Nieuwsbrief

Geplaatst op 10 oktober 2024

De pensioengevolgen van een foutieve WIA-uitkering

Het was de afgelopen weken meermaals in het nieuws: het UWV heeft jarenlang aan mogelijk tienduizenden mensen een te hoge of te lage arbeidsongeschiktheidsuitkering (WIA) toegekend. In de berekening van de WIA-uitkering zouden fouten zijn gemaakt, waar het UWV de komende maanden onderzoek naar gaat doen. Op dit moment is nog onduidelijk wat de gevolgen van een foutief berekende WIA-uitkering precies zijn, en in hoeverre het UWV over zal gaan tot het terugvorderen van de ontvangst van een te hoge WIA-uitkering. Én op welke termijn een eventuele nabetaling kan worden verwacht.

De ontvangst van een te hoge of te lage arbeidsongeschiktheidsuitkering kan echter óók andere, mogelijk nog niet voorziene gevolgen met zich meebrengen. Namelijk in het geval tevens aanspraak wordt gemaakt op arbeidsongeschiktheidsvoorzieningen uit hoofde van de arbeids- of pensioenovereenkomst. In het geval van een terugvordering of nabetaling door het UWV, is het belangrijk na te gaan wat dit mogelijk voor jou betekent.

Koppeling met het UWV

Op grond van artikel 37 Pensioenwet (Pw) meldt het UWV de arbeidsongeschiktheid van een deelnemer bij de pensioenuitvoerder. Uit artikel 3.1 van de Regeling SUWI (Structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen) volgt waar deze melding op ziet en op welke manier de gegevensuitwisseling tussen een pensioenuitvoerder en het UWV bij arbeidsongeschiktheid plaatsvindt. Zo volgt uit lid 1 dat de gegevensverwerking (onder andere) ziet op de aanvraag van een WIA-uitkering.

Voor de vaststelling van de arbeidsongeschiktheid volgen verschillende pensioenfondsen dan ook het oordeel van het UWV, waaronder het ABP. Uit het pensioenreglement van ABP volgt dat een verlaging van een WIA-uitkering gevolgen heeft voor het arbeidsongeschiktheidspensioen. In de berekening van dit pensioen gaat het ABP immers uit van het dagloon zoals door het UWV bepaald.

Gesteld wordt dat bij het bepalen van het dagloon door het UWV regelmatig fouten zijn gemaakt, waardoor bijvoorbeeld niet altijd rekening is gehouden met verhogingen van het dagloon door middel van indexatie. Hierdoor zou de WIA-uitkering te hoog of te laag zijn vastgesteld, hetgeen dus ook gevolgen kan hebben voor de hoogte van een arbeidsongeschiktheidspensioenuitkering zoals die (bijvoorbeeld) door het ABP is toegekend. Het ABP ontvangt van het UWV rechtstreeks informatie over de WIA-uitkering en wijzigingen daarin. Van een verlaging van de WIA-uitkering wordt het pensioenfonds naar verwachting dan ook op de hoogte gebracht.

Ook het bedrijfstakpensioenfonds Bpf Bouw heeft in het kader van arbeidsongeschiktheid een koppeling met het UWV. Zo volgt uit het pensioenreglement van Bpf Bouw dat het UWV de mate van arbeidsongeschiktheid vaststelt. Echter wordt voor de vaststelling van de arbeidsongeschiktheidspensioengrondslag ook gekeken naar het dagloon dat ten grondslag ligt aan de WIA-uitkering. In het vervolg van het pensioenreglement van Bpf Bouw kan worden gelezen dat het pensioenfonds voor de hoogte van het arbeidsongeschiktheidspensioen uitgaat van de gegevens van het UWV. Met daarbij de opmerking dat indien deze gegevens onjuist blijken te zijn, het arbeidsongeschiktheidspensioen ook kan worden aangepast én onverschuldigd betaalde uitkeringen worden verrekend en/of teruggevorderd. Op grond waarvan voor Bpf Bouw de bevoegdheid bestaat te handelen na een wijziging van de WIA-uitkering.

Lees ook: Informatievoorschriften Wtp

Onvoorziene gevolgen

Het UWV heeft aangekondigd eerst de dossiers te gaan controleren van de huidige WIA-uitkeringsgerechtigden. Daarna zal het UWV ook de reeds ‘gesloten’ WIA-dossiers beoordelen. Doordat pensioenfondsen veelal een koppeling maken met de gegevens van het UWV en diens vaststelling van de arbeidsongeschiktheid, kan een onjuiste vaststelling van een WIA-uitkering ook pensioengevolgen met zich meebrengen, wanneer deze uitkeringen zich tot elkaar verhouden (anticumulatie).

Onduidelijk is hoe pensioenfondsen hiermee om zullen gaan wanneer dit het gevolg is van een fout van het UWV. Hetgeen dan tot een onjuiste hoogte van het arbeidsongeschiktheidspensioen heeft geleid. Het kan zijn dat een pensioenfonds op grond van het pensioenreglement bevoegd is over te gaan tot een correctie. Daarbij is het onduidelijk of en in hoeverre door pensioenfondsen rekening wordt gehouden met het uiteindelijke besluit van het UWV tot terugbetaling, nabetaling, óf dat een in het verleden te hoge WIA-uitkering wordt geëerbiedigd. Dit neemt niet weg dat mogelijk bezwaar kan worden gemaakt tegen het besluit en een eventuele terugvordering door het UWV en/of het pensioenfonds. Laat je hierover in dat geval adviseren.

In het geval recht bestaat op een nabetaling kan dit daarnaast van invloed zijn op eventueel ontvangen toeslagen. Daarnaast kan worden gedacht aan een uitkering die wordt ontvangen uit een excedent of hiaat-verzekering, waarin ook een koppeling wordt gemaakt met de (hoogte van de) WIA-uitkering. Een onjuiste vaststelling van de WIA-uitkering door het UWV kán dan ook een kettingreactie tot gevolg hebben, waarvan de omvang mogelijk niet wordt voorzien.

Wanneer je wordt geconfronteerd met een onjuiste vaststelling van de WIA-uitkering door het UWV, is het dan ook van belang de gevolgen daarvan in kaart te (laten) brengen. Én indien nodig bezwaar te maken tegen een eventuele terugvordering van bijvoorbeeld het pensioenfonds. Hierin kunnen de advocaten van Gommer Advocaten uiteraard adviseren.

Mr Suus van Ingen – pensioenadvocaat

Contact

Neem contact met ons op

"*" geeft vereiste velden aan

*
*
*
*