Geplaatst op 15 juni 2021
Afkoopverbod bij gerichte lijfrenteverzekering in faillissementskwesties
De karaktereigenschappen van het pensioenrecht zijn bijzonder. In uiteenlopende gevallen wordt dat zichtbaar, net als dat deze karaktereigenschappen ook verspringen op andere financiële producten. De Rechtbank Midden-Nederland zag zich recent geconfronteerd met de vraag of een gerichte lijfrentepolis wel of niet door de curator afgekocht kon worden (ECLI:NL:RBMNE:2021:2224).
Pensioen kan je genieten via drie pijlers. De tweede pijler staat bekend als het ‘werkgeverspensioen’ en pijler drie bestaat uit individuele lijfrenteverzekeringen en koopsompolissen.
Wat is nu zo boeiend?
In het geval van (persoonlijk) faillissement moet een schuldenaar met zijn gehele vermogen instaan voor zijn schulden. Dat is het entreeticket voor de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Op dat uitgangspunt bestaan uitzonderingen, zodat de schuldenaar over het ‘hoogstnoodzakelijke voor zijn levensonderhoud’ kan beschikken.
Van het tweede pijler pensioen wordt verondersteld dat deze buiten de faillissementsboedel vallen. Voor lijfrenteverzekeringen is dat niet zonder meer het geval. De faillissementswet staat namelijk toe dat deze levensverzekeringen afgekocht kunnen worden (om daar vervolgens faillissementsschulden mee te voldoen).
Dat wordt echter anders wanneer het een ‘gerichte lijfrenteverzekering’ betreft. In dat geval volgt uit art. 7:986 lid 4 BW dat deze levensverzekering niet afkoopbaar is. Kortgezegd hangt dat samen met de gelijkenis tussen de gerichte lijfrenteverzekering en fiscaal gefaciliteerde pensioenvoorzieningen uit de tweede pijler. Het is dan wel zaak om aan te tonen dat ook deze gerichte lijfrenteverzekering zich via de premies onder het fiscale regime voor de inkomstenbelasting bevindt.
Uitspraak Rechtbank
De Rechtbank Midden-Nederland kwam tot het oordeel dat het afkoopverbod ook op de gerichte lijfrenteverzekering van toepassing was. Daarmee werd de toekomstige inkomensvoorziening van de gefailleerde veilig door deze af te zonderen van de failliete boedel. De uitspraak is in lijn met jurisprudentie van de Hoge Raad en is in de huidige economische trend op zijn zachtst gezegd actueel.
Meer weten? Vul onderstaand antwoordformulier in of bel ons op 013 – 507 07 40.