Vragen of afspraak maken?

Stuur ons een bericht op Whatsapp

Nieuwsbrief

Geplaatst op 17 september 2024

Informatievoorschriften Wtp

Informeren over de wijziging van het pensioenstelsel

In de voorbereiding van het wetsvoorstel de Wet toekomst pensioenen (Wtp), werd ook stilgestaan bij de informatievoorschriften in de Pensioenwet (Pw). Hierbij werd het belang van correcte, duidelijke, evenwichtige en tijdige informatie over de kenmerken van de pensioenregeling erkend. Vanwege de kenmerken van de nieuwe pensioenregeling (enkel premieregelingen), werd een aanpassing van de informatievoorschriften noodzakelijk geacht. Voornamelijk ten aanzien van de pensioenuitvoerder. In het naar behoren (kunnen) informeren over de arbeidsvoorwaarde pensioen, ligt echter ook een verantwoordelijkheid voor de deelnemer/werknemer én werkgever.

Pensioenuitvoerder – informeren

Een groot deel van de werknemers in Nederland wordt geconfronteerd met een wijziging van de pensioenregeling. Immers wordt afscheid genomen van de (veelal bij pensioenfondsen) nog bestaande uitkeringsregelingen, zoals de middelloonregeling. De beschikbare premieregeling wordt de regel, op basis waarvan door middel van betaling van pensioenpremie een pensioenvermogen wordt opgebouwd waaruit een verwacht pensioen wordt berekend. Het te verwachten pensioen ontwikkelt zich naarmate de premie inleg rendeert. Bij het naderen van de pensioendatum ontstaat hierdoor meer duidelijkheid over de omvang van de te verwachten pensioenuitkering, die op de pensioendatum kan worden aangekocht. Juist deze grootschalige stelselherziening benadrukt het belang van de (gewijzigde) informatiebehoefte.

Uit de per 1 juli 2023 gewijzigde Pensioenwet volgt waarover een pensioenuitvoerder in welke situatie, op welke manier, in welke vorm en op welke termijn dient te informeren. Bijvoorbeeld over de totale premie inleg en behaalde beleggingsresultaten (artikel 38 Pw). Deelnemers hebben immers belang bij informatie over en inzicht in de stand en ontwikkeling van het voor hun (toekomstige) pensioenuitkering gereserveerde vermogen. Én informatie over het te verwachten pensioen in drie scenario’s: pessimistisch, verwacht en optimistisch.

Het belang van het laten aansluiten van informatie bij de behoeften en kenmerken van deelnemers werd gezien de stelselherziening benadrukt. Waaronder ook de manier van het verstrekken van informatie en de vorm daarvan, ter bevordering van de bekendheid met en het gebruik van die informatie. In dat kader werd overwogen het UPO af te schaffen, zodat uitvoerders niet gebonden zouden zijn aan dit format. Dit voorstel heeft het echter niet gehaald, en er werd juist een amendement aangenomen ter uitbreiding van de informatie op een pensioenoverzicht. In de voorbereiding op de Wtp werd daarnaast overwogen dat het nodig is ontvangers van pensioeninformatie te activeren. In de Memorie van Toelichting werd als voorbeeld genoemd het begrijpelijk maken met welk doel informatie wordt verstrekt én wat deelnemers met die informatie kunnen doen. Daarbij werd gesproken over het aanzetten tot actie.

De eisen aan informatieverstrekking volgen uit artikel 48 Pw. Daaraan is toegevoegd dat de pensioenuitvoerder dient te bevorderen dat de informatie de (gewezen) deelnemer, gewezen partner of pensioengerechtigde aanzet tot relevante actie. De vraag is dan ook hoe pensioenuitvoerders hier uitvoering aan gaan geven en wat daarmee wordt bedoeld. In dat kader is ook de nieuw geïntroduceerde open norm ‘Keuzebegeleiding’ van belang.

Pensioenuitvoerder – keuzebegeleiding

Nieuw in de Pensioenwet is artikel 48a. Het idee achter de norm van keuzebegeleiding is het bieden van een betere bescherming van de deelnemers met betrekking tot de keuzes in de pensioenregeling. Juist aangezien deelnemers doorgaans moeite hebben met het maken van (pensioen)keuzes met financiële gevolgen op de langere termijn. Dit zien wij ook terug in de praktijk. De gemaakte keuze ten aanzien van het pensioen dient aan te sluiten bij de persoonlijke behoeften en doelstellingen. Het aanbieden van informatie zou onvoldoende zijn, nu informatie activerend en keuze ondersteunend moet zijn. Zo werd immers overwogen in de Memorie van Toelichting. In dat kader dient door pensioenuitvoerders een keuzeomgeving te worden ingericht. Dit zodat keuzes worden gemaakt in het belang van de deelnemer én substantiële en onomkeerbare inkomensgevolgen kunnen worden voorkomen.

Het takenpakket van de uitvoerder bestaat dan (veelal) uit het informeren en begeleiden van de deelnemers. De keuzebegeleiding dient adequaat te zijn. Waarbij het de vraag is in hoeverre een pensioenuitvoerder zicht heeft op de voorkeuren en financiële doelstellingen van een deelnemer. En in hoeverre de keuzebegeleiding daarop kan worden afgestemd. Immers ziet dit enkel op de mogelijkheden in de eigen pensioenregeling. Hierdoor kan niet het gehele financiële plaatje bekend zijn en in de begeleiding door de pensioenuitvoerder worden betrokken. De gemaakte keuze is en blijft hierdoor de verantwoordelijkheid van de deelnemer. Daar dient een pensioenuitvoerder ook op te wijzen en aan te geven dat de (meest optimale) keuze afhankelijk kan zijn van informatie of omstandigheden waar een pensioenuitvoerder geen kennis van heeft. Dat geldt ook ten aanzien van fiscale gevolgen. De pensioenuitvoerder dient te wijzen op eventuele risico’s en de voor- en nadelen van bepaalde keuzes. Maar dan wel in combinatie met het bieden van handelingsperspectief.

Met de open norm wordt invulling gegeven aan de leemte tussen informeren en adviseren. Een pensioenuitvoerder is echter niet verplicht tot het geven van advies. Wel mag worden geadviseerd over de keuzes en mogelijkheden in de eigen pensioenregeling. Echter mag géén product gerelateerd advies worden gegeven, financiële producten worden aanbevolen of mag daarover worden bemiddeld. Dat kwalificeert als Wft-advies. Het wordt dan ook interessant om te zien hoe de verschillende pensioenuitvoerders hier invulling aan gaan geven.

 

Lees ook: Werkgever én werknemer: let op het pensioendossier!

Informeren over wijziging Wtp

Hoewel de Wtp reeds per 1 juli 2023 in werking is getreden, hebben werkgevers, sociale partners en pensioenuitvoerders tot 1 januari 2028 de tijd om de pensioenregeling aan te passen. Op dit moment is dan ook sprake van een transitiefase. Dit neemt niet weg dat bij deelnemers/werknemers reeds vragen kunnen bestaan over de vormgeving van de toekomstige pensioenregeling. Waarvoor ze zullen aankloppen bij hun werkgever.

In het informeren over de wetswijziging ligt dan ook een uitdaging voor zowel pensioenuitvoerder als werkgever. Immers betreft dit een wijziging van een arbeidsvoorwaarde waardoor een werkgever zich niet kan verschuilen achter de pensioenuitvoerder en diens wettelijke informatieplichten. Een werkgever kan daarnaast juist over informatie beschikken die voor een deelnemer/werknemer relevant is. Dit terwijl deze informatie voor een pensioenuitvoerder mogelijk ontbreekt. Dit benadrukt ook de eigen verantwoordelijkheid van deelnemers ten aanzien van de keuzemogelijkheden in de pensioenregeling.

Het informeren over de wijziging van de pensioenregeling en het bieden van adequate keuzebegeleiding is een communicatieve uitdaging. Eentje die een samenspel tussen pensioenuitvoerders, werkgevers en deelnemers/werknemers vereist. Dit terwijl pensioen bij veel mensen niet hoog op de agenda staat. Interessant wordt dan te zien hoe verschillende pensioenuitvoerders (en werkgevers) hiermee om zullen gaan.

Mr Suus van Ingen – pensioenadvocaat

Contact

Neem contact met ons op

"*" geeft vereiste velden aan

*
*
*
*