Internationale echtscheiding en pensioen

Wat speelt er bij internationale echtscheiding en pensioen? Lees het hier.

‘Internationale pensioenperikelen’

In grensgebieden kan het voorkomen dat één van de twee partners werkzaam is in Nederland, maar woonachtig in bijvoorbeeld België of Duitsland. Bij een scheiding bestaat dan de vraag óf het pensioen moet worden verevend op grond van de Nederlandse Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (Wvps). Óf dat het pensioen daarvan is uitgezonderd. De wet bevat enkele handvaten voor de beoordeling van internationale pensioenperikelen, met de nodige gevolgen van dien.

Huwelijksvermogensregime?

Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek (BW) ziet op het internationale privaatrecht. Artikel 10:51 BW geeft de algemene regel voor pensioenverdeling bij scheiding. Voor de rechten omtrent pensioen bij scheiding, dient in beginsel te worden aangesloten bij het recht dat van toepassing is op het huwelijksvermogensregime.

Wanneer het huwelijk naar Duits recht is gesloten, is het uitgangspunt op grond van het internationale privaatrecht dat het Duitse recht ook de rechten omtrent pensioen bij scheiding bepaalt. Echter bevat artikel 1 lid 7 Wvps een uitzondering op deze algemene regel, waardoor de kaarten toch anders kunnen komen te liggen.

Pensioenkwalificatie

Op grond van artikel 1 lid 7 Wvps zijn lid 4 t/m 6 immers van toepassing ongeacht het recht dat van toepassing is op het huwelijksvermogensregime. Uit artikel 1 lid 4 t/m 6 Wvps volgt wanneer sprake is van een pensioen onder deze wet. Bijvoorbeeld wanneer sprake is van een pensioenovereenkomst in de zin van de Nederlandse Pensioenwet, of wanneer deelname aan een pensioenregeling verplicht is uit hoofde van een verplichtstelling (in de zin van de Wet Bpf 2000). Pensioenopbouw uit hoofde van een pensioenovereenkomst met een Nederlandse werkgever kwalificeert hierdoor doorgaans onder de Wvps.

Als een pensioen onder de Wvps valt, heeft dat tot gevolg dat het pensioen bij scheiding conform de Wvps dient te worden verevend. Voor de (ex-) partner bestaat dan recht op de helft van het ouderdomspensioen dat gedurende het huwelijk is opgebouwd. Dit is dan ongeacht het huwelijksvermogensregime. In beginsel dienen hierdoor in Nederland opgebouwde pensioenrechten naar Nederlands recht te worden verevend. Dit kan onwenselijk zijn, wanneer het pensioen van de ene partner wél op grond van de Wvps dient te worden verevend en het pensioen van de andere partner niet. Én dit door de (ex-)partners niet is voorzien. De verdeling c.q. verevening van het door de andere partner (in bijvoorbeeld Duitsland of België) opgebouwde pensioen, is dan afhankelijk van de daar geldende wetgeving.

Regelend recht

Doordat de Wvps regelend recht bevat, kunnen (ex-)partners andere afspraken maken. Daarvoor is een schriftelijke overeenkomst vereist, al dan niet als onderdeel van het echtscheidingsconvenant. Voor de pensioenaandachtspunten bij scheiding heeft Gommer Advocaten een stappenplan gemaakt. (volg de link voor meer informatie en opvragen van het stappenplan)

In grensgevallen wordt niet altijd voorzien in afspraken omtrent pensioen. Dit terwijl (de waarde van) de pensioenaanspraken die in de verevening vervolgens worden betrokken aanzienlijk kunnen zijn. Dit is dan afhankelijk van de duur van het huwelijk en uiteraard de hoogte van de opgebouwde pensioenen. Het belang om bij een scheiding ook afspraken te maken over het pensioen, kan bij een scheiding met een internationaal aspect dan ook anders liggen. Juist wanneer het pensioen van ‘slechts’ één partner onder de Wvps valt. Voor een passende oplossing dient tijdig te worden geschakeld.

Speelt dit in uw situatie? Gommer Advocaten kan hierbij uiteraard adviseren.