Pensioenschade moet je wél onderbouwen

In verschillende situaties kan sprake zijn van pensioenschade. Dit kan het geval zijn bij een ontslag, maar ook na een faillissement. Een (voormalig) werknemer kan dan aanspraak maken op evt. vergoeding van deze schade. Het is dan echter wel van belang om deze pensioenschade te berekenen en te onderbouwen. Alleen stellen dat de schade geleden is, is immers onvoldoende. Dat blijkt maar weer eens uit een recente uitspraak van Rechtbank Zeeland-West–Brabant (ECLI:NL:RBZWB:2020:4362).

Wat was er aan de hand?
Een werkgever gaat failliet. Het dienstverband met een van de werknemers wordt door de curator opgezegd. Deze werknemer komt in aanmerking voor een uitkering uit hoofde van de WW. De curator verkoopt vervolgens de failliete onderneming en de betreffende werknemer treedt bij de overnemende partij in dienst. Er vindt als gevolg daarvan een overlap in de uitbetaling uitkering uit hoofde van de WW en het salaris bij de doorgestarte onderneming plaats. De curator vordert dat deel terug van de werknemer.

De werknemer verweert zich o.a. door te stellen dat hij als gevolg van het ontslag en opnieuw in dienst treden pensioenschade lijdt, maar laat na dit te onderbouwen. Mede als gevolg van het gebrek van deze onderbouwing wordt de vordering van de curator toegewezen. Als je derhalve als werknemer stelt dat je pensioenschade lijdt, moet je onderbouwen waardoor je deze schade lijdt en wat de omvang van de schade is.

Uiteraard kan Gommer & Partners Pensioen Advocaten je hierbij van dienst zijn!